Wij dragen bij aan cultuureducatie
Culturele instellingen die gesubsidieerd worden door de overheid hebben vaak de expliciete opdracht om samen te werken met het basis- en voortgezet onderwijs en zo bij te dragen aan kwaliteitsvolle cultuureducatie. Ook een aantal presentatie- en ontwikkelinstellingen is actief op het gebied van cultuureducatie. Deze instellingen werken vraaggericht samen met scholen. Dit vraagt veel tijd en middelen en dit is voor kleine instellingen niet altijd op te brengen. Daar komt bij dat presentatie- en ontwikkelinstellingen het begrip educatie vaak veel breder interpreteren dan ‘samenwerken met scholen’. Dit leidt soms tot verwarring als hierover cijfers moeten worden aangeleverd. Toch blijft het relevant om binnenschoolse activiteiten voor het onderwijs als aparte categorie in beeld te brengen, omdat de doelgroep – kinderen, scholieren en jongeren – vaak een andere benadering vereist dan die van andere vormen van kennisuitwisseling. Bovendien is het belangrijk om de bijdrage die de instellingen leveren aan (lokale) cultuureducatie goed te laten zien.
Welke activiteiten vallen hieronder?
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
maak/co-creatieprojecten met partners, specifieke gemeenschappen of deelnemers die zich hebben aangemeld
Hoe krijg ik inzicht in het publieksbereik
van deze activiteiten?
Er zijn verschillende manieren om publieksbereik in beeld te brengen. Je kan er voor kiezen om te tellen, eigenschappen te noteren en/of verhalen te verzamelen.
Tellen
Tellen zegt iets over de omvang van je publieksbereik. Bekijk wat je zou kunnen tellen bij deze publieksrelatie.
Welke cijfers kun je verzamelen over onderwijsactiviteiten?
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
Eigenschappen noteren
Door eigenschappen van je publiek te noteren verzamel je informatie die iets zegt over voor wie jouw instelling relevant is. Bekijk welke eigenschappen je zou kunnen noteren bij deze publieksrelatie.
Welke eigenschappen over onderwijsactiviteiten kan je noteren?
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
Verhalen verzamelen
Door verhalen te verzamelen kun je laten zien wat je werk teweeg brengt. Bekijk welke verhalen je zou kunnen verzamelen bij deze publieksrelatie.
Welke verhalen over onderwijsactiviteiten kan je verzamelen?
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
In de praktijk
Laat je inspireren door hoe instellingen het aanpakken.
Voorbeeld
Hoe CBK Zuidoost de verhalen van leerlingen en docenten optekent
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
Voorbeeld
Hoe de Appel onderwijsprojecten op de website
in beeld brengt
Cijfers die je kan bijhouden over makersactiviteiten zijn onder andere:
aantal makers/deelnemers
aantal betrokkenen en professionals met wie makers/deelnemers als deel van de activiteit in contact zijn gekomen
intensiteit en duur van de relatie met makers/deelnemers
verken de publieksrelaties
Hoe ben je bezig met je publiek?
Beeld bovenaan de pagina: Stories of Belonging, de Appel, 2022. Foto: William Lounsbury.